Nachtvlinderavond

Vorig jaar werd de nachtvlinderavond rond dezelfde tijd georganiseerd en er kon dus goed worden vergeleken welke vlinders er het jaar ervoor ook waren en welke soorten voor het eerst waren waar te nemen. 

Om de vlinders te lokken, wordt een laken met licht opgesteld en worden er speciale stroopsmeersels op de bomen aangebracht. Op de stroop waren de piramidevlinders niet weg te slaan. De Piramidevlinder legt voor de winter eitjes in boomspleten en in het voorjaar komen de rupsen te voorschijn. De vlinder heeft zijn naam te danken aan de piramide op de achterlijf van de rups: daar zit een kenmerkende puntvormige uitbouw. Heel vaak zijn namen van nachtvlinders gerelateerd aan de kenmerken van het rupsenstadium.

Ook de zuidelijke grasuil vond de stroop wel lekker. Deze grasuil wordt ook door waarneming redelijk zeldzaam genoemd. Toch was deze vlinder nu al voor het tweede jaar present in de Heemtuin. De zuidelijke grasuil is echter een trekvlinder; zoals de naam al zegt, hij vertrekt naar het zuiden.

Het laken trok ook bekende gasten. Evenals vorig jaar was er de (volgens waarneming ook zeldzame) Kadeni-stofuil te vinden. Daarnaast is ook de Zwarte-c-uil gezien. Deze dankt zijn naam aan de tekening op de vleugels. De uil is te herkennen aan de opvallende gelige driehoekige vlek langs de voorrand van de voorvleugel waaraan een scherp contrasterende zwarte vlak in de vorm van een hoekige C grenst. De Zwarte-c-uil overwintert weer heel anders dan eerder genoemde vlinders, namelijk als rups. De rups verpopt zich in een losse
cocon in de grond. Rupsen en vlinders zijn vaak in staat tot het aanmaken van een soort antivries in hun lichaam, zodat ze ook vorstperiodes in de winter goed kunnen doorstaan.

Andere mooie vlinders op het doek waren o.a. de Schimmelspanner, de Appeltak (Granny Smith-groen) en de Essengouduil. Het was voor de deelnemers dan ook een interessante avond.

_{Artikel door Corry van den Berg, IVN Natuureducatie afd. Rotterdam}